Etappe 7. Stenen sjouwen is ook sport
Er is iets met Baskenland en fietsen. Al eind negentiende eeuw werden er de eerste wedstrijden gehouden. De landelijke koersen volgden in de jaren dertig en waren georganiseerd door de fietsfabrieken in Eibar. Het waren races heen en terug tussen Eibar en Madrid.
Baskische kampioenen heten Astarloa, Beloki, Indurain. Maar ook grote wielerhelden als Oscar Freire of Alberto Contador begonnen hun carrière bij de amateurclubs in Baskenland. Daar leerde je het.
De oorsprong zit ergens in het boerenbestaan van dit ruige land. Het gaat om jezelf opofferen, om door te zetten. Hout hakken doe je uit vastberadenheid, stenen sjouwen net zo goed. Roeien doe je om als eerste bij de walvis voor de kust te zijn. Door hard te fietsen ben je snel bij je koeien.
En zo werd alles sport. Houthakken net zo goed als stenen tillen. Roeien en wielrennen. Je offert je op. Je zet door.
Na bomaanslagen en dreigingen door terreurgroep ETA meed de ronde van Spanje het fietsgekke Baskenland. ETA aanhangers gooiden spijkers op de weg en gooiden zand in de ogen van de wielrenners. Het duurde 33 jaar voor de Vuelta terugkeerde.
Maar zo snel gaat het ook weer met geschiedenis. Niemand heeft het over de ETA als de ronde vandaag door Baskenland schiet. De vrouw trekt het plastic van de fietskar nog eens strak en kijkt me ietwat cynisch aan. "Slecht weer? Welnee. Er is alleen maar slechte regenkleding." Daarna racet ze weg over de fietsstrook langs de drukke ochtendspits. Fanatiek. Vastberaden.
Reacties
Een reactie posten